We raapten sigarettenpeuken op. Die gooiden we niet in de prullenbak; daarmee deden we of we rookten. Net als de grote mensen.
Ik was 2,5 en woonde op Curaçao in een wat armere wijk. Muizen, kakkerlakken en hagedissen waren mijn huisdieren. Op blote voeten liepen we over de kiezelstenen, ik en mijn vriendjes uit de buurt. Een meisje heette Lolly. Bij de supermarkt kreeg ik mierzoete priklimo. En we speelden met wat er op straat lag: cigarettes.
Toen ik een jaar of 5 was en weer in Nederland woonde, hadden we geen auto en gingen dus vaak met het OV. Ik kan me de lucht van de rookcoupés nog goed herinneren tijdens de reis naar oma. Met Sinterklaas kreeg ik bij haar – net als op school – chocoladesigaretten.
Bij mijn oppas in die tijd, een vrouw van in de 50, keek ik ademloos in de rooksmog alle Disney films. Ook mijn opa rookte, net als alle ouders van klasgenootjes, mijn juffen en meesters, eigenlijk bijna iedereen.
Niet gek dus dat ik op mijn elfde een pakje kocht. Ik zat nét in groep 8. Hoesten natuurlijk. Toen ik 10 jaar later een bijbaantje in de kroeg nam naast mijn studie begon mijn rokersleven wat concretere vormen aan te nemen. Dat hoorde er nou eenmaal bij. Stond ook sexy. En je had wat omhanden als je even alleen aan de bar zat.
Verslaafd ben ik nooit geweest. Op een gegeven moment kotste ik die dingen uit en was ik er weer klaar mee. En dan nam ik later weer eens een sigaret bij een drankje. Of om even te chillen, want omdat ik er zo weinig rookte werd ik er high van. Inmiddels heb ik dat al lang niet meer gedaan. Gelukkig.
Maar mijn manier van roken was uitzonderlijk. De meesten raakten verslaafd. Maakten hun groene kinderlongen zwart. Op elk feestje dat ik nu nog pak, op elke verjaardag of bruiloft, zie ik leeftijdgenoten, dertigplussers, roken. Ouders en geen ouders. Mannen en vrouwen.
Mijn dochter van 5 noemt het stinkstokjes. En als zij peuken ziet liggen zegt ze: “Dat is niet netjes, hè mama? Dat moet in de prullenbak.” Daarmee heeft ze al een voorsprong op mij. En ik hoop dat als zij oud genoeg is om uit te gaan, roken niet alleen uit de horeca binnen is verbannen (check link in bio), maar ook op het terras erbij.
Mijn dochter van 5 noemt het stinkstokjes. En als zij peuken ziet liggen zegt ze: ?Dat is niet netjes, h? mama? Dat moet in de prullenbak.? Daarmee heeft ze al een voorsprong op mij. En ik hoop dat als zij oud genoeg is om uit te gaan, roken niet alleen uit de horeca binnen is verbannen (check link in bio), maar ook op het terras erbij.