Ik was er al een tijdje niet geweest. Maar omdat ik het de afgelopen tijd zó druk heb gehad en wel toe was aan een ontspannen dagje, dacht ik vandaag “Fuck it” en liep zonder gène de zone binnen waar iedereen komt.
Zoals ik in m’n post MISSELIJK begin dit jaar schreef had ik bijna een plastic zakje nodig toen ik in de Albert Heijn me besefte hoeveel er onnodig verpakt was. Hoe doorzichtig van een van origine kruidenier om zo je producten te presenteren. Maar het werkt: mensen rekenen producten af die allemaal eenzelfde soort verpakking hebben: kleurloos plastic.
Sinds dat “momentje van ingeving” ben ik veel meer gaan shoppen op plekken waar je papieren zakken hebt als je je reusable bags bent vergeten. Maar dat gehop van winkel naar winkel is leuk als je tijd hebt. En die is schaars bij een ondernemende moeder met “licht” perfectionistische trekjes.
Vandaag is zo’n dag dat mijn hoofd vakantie heeft. Zo was ik met mijn dochter bij de speeltuin waar bloesembomen groetten zonder aanraking en ik mijn groene ogen even sloot om van het zonnetje te genieten. Totdat ik me realiseerde dat de koelkast wel héél leeg was en ik wel extra tassen bij me had, maar niet mijn groente/fruit/broodzakjes. Ai…
Bij mijn hersenen die ergens op Hawaï in een hotel vertoefden werd onmiddellijk een briefje onder de deur geschoven met een alarmerende mededeling: “Iris, hoe nu verder? Nu kun je géén boodschappen doen Iris, en zo loopt al-les vandaag toch nog in het honderd Iris. Well done, Iris! Stress trok door door m’n lichaam als een beginnende opvlieger. Toen keek ik opzij. De speeltuin lag naast de Albert Heijn. Boodschappen in één keer doen lonkte en ik dacht: “Fuck it.”
Dus trad ik het Rijk der Genot binnen en laadde alles in een kar. Appels in plastic, tomaten in plastic emmertjes, bolletjes in plastic; we waren goed op gang. Totdat we bij de gekoelde vega-afdeling kwamen, die pal naast de vleeszone ligt. Mijn dochter van 3,5 keek er aandachtig naar en vroeg: “Zijn dat piemels in plastic?” Ik legde haar uit dat het kippenpoten waren. Toen duwde ik de boodschappenkar verder en zij keek om, vol ongeloof. Zo bloot en vlezig ziet ze alleen als papa doucht.