Ik ben ergens klaar mee, maar echt goed. Dat zwérfafval. Milieugekkies hoef ik niks uit te leggen, maar ook als je niet zo’n groenert bent zul je het met me eens zijn betreft ’t volgende: het verloedert je leefomgeving. Toch is er is voor mij persoonlijk een andere reden waarom ik er schoon genoeg van heb. Ik kan het niet uitleggen aan mijn dochters – dus ik ga er wat aan doen.
Het valt me steeds meer op hoe vies mijn nette gemengde wijk is. En iedereen doet er aan mee. Mensen die roken gooien hun peuk op straat als’ie op is. Pubers nemen in hun pauze een berg verpakking met zoetigheid mee vanuit de Albert Heijn zo de kinderspeelpleintjes op en laten dat daar meestal liggen. Kinderen laten ballonnen of vuurwerk de lucht in – en dat komt naar beneden. En de meeuwen en kauwtjes lusten er ook wel plastic van.
Zo goed en zo kwaad als het gaat als een verwende bakfietsmom probeer ik mijn kinderen groen op te voeden. Maar het volgende heeft niks met mijn green hipster lifestyle te maken, maar met “zau gedrage wè ons gewaun in De Haag”: rommel gooi je niet op de grond. Waarom dat dan wel met speelgoed gebeurt en ik daar geen enkele invloed op heb, is een andere frustratie die ik maar even achterwege laat.
Ik wil niet dat mijn kinderen opgroeien op speelpleintjes met k*nkerzooi. Bovendien is het helemaal niet nodig; er zijn mogelijkheden zat om je rommel weg te gooien, toch? Waarom gebeurt het dan niet? Zo zat ik twee weken terug me weer eens kwaad te maken tijdens mijn zenvolle yoga sessie. Toen ik opeens, terwijl m’n bloed werd afgekneld, begreep wat er mis was – en een idee zich ontvouwde.
Weggooien gebeurt te weinig, omdat het ook niet aantrekkelijk wordt gemaakt. Heb je wel eens gezien waar je je troep in moet gooien? Juist: in lelijke, onzichtbare, groene bakken. Wat als die er wél aantrekkelijk uitzien? Met een tof design bijvoorbeeld? Dit idee ga ik pitchen bij de gemeente en de overheid. Wat vinden jullie?